Column: Afscheid

20 februari 2025

Door Marjan Spelbrink

Vorige week dinsdag

Tijd voor de lunch in de serre. Mam is druk bezig aanwijzingen te geven waar iedereen moet zitten en vooral waar ik moet zitten. Meneer P. laat zich niet commanderen en niest keihard in haar gezicht. Mam kijkt hem geschokt aan. Meneer P. mompelt “Sorry, ik moest niezen.” “Dan hoor je een zakdoek voor je mond te houden” zegt mevrouw J2. gedecideerd. Er worden kleine bolletjes met beenhamsalade uitgeserveerd. Meneer L. krijgt zijn glas chocolademelk. Hij steekt zijn wijsvinger er helemaal in en doet vervolgens zijn vinger in z’n mond. “Ja”, zegt hij, “chocolademelk”. Enkele bewoners kijken afkeurend. Ik moet er om grinniken. We kunnen eten.

Ondertussen denk ik aan mevrouw E. waar het niet goed mee gaat. Ze was drieënhalf jaar geleden de eerste bewoonster van de villa en iedereen heeft een zwak voor haar. Een vrouw met karakter. Ik hoor haar nog zeggen dat ze marmelade op haar cracker wilde en geen jam. Helaas ging ze heel snel achteruit. Niet alleen cognitief maar ook fysiek. Ze kwam in een rolstoel en het praten werd moeizaam. Maar aan haar gezichtsuitdrukkingen kon je altijd zien hoe het met haar ging. Ze straalde als ze muziek hoorde of als het gezellig was. Het onverwachte overlijden van haar man, meneer G., anderhalf jaar geleden, was een grote schok voor haar, de familie maar ook voor alle bewoners en verzorgers van de villa. Hij was de pater familias en iedereen hield van hem. Nog steeds wordt zijn naam genoemd.

De manager komt bij onze tafel en vertelt dat mevrouw E. net is overleden. Iedereen kijkt bedrukt. “Dat hoort bij het leven” zegt mam. Ik voel een koude rilling en tranen prikken in mijn ogen. Het definitieve einde van een geliefd echtpaar. Een uurtje later mag ik nog even bij haar kijken. Ze ligt vredig in haar eigen bed omringd door vrolijke familiefoto’s en dierbare spulletjes.

6 dagen later

Het is een hele organisatie om alle bewoners warm aangekleed te krijgen. Een voor een worden ze naar buiten begeleid om zo een erehaag te vormen van de grote voordeur naar de zwarte auto op straat. Om kwart over tien wordt de kist, bedekt met bloemen, langzaam door de familie naar buiten gedragen. De persoonlijke verzorgster van mevrouw E. draagt een gedicht voor. Halverwege breekt ze. Ze hield zoveel van deze lieve oude dame. Het is indrukwekkend om alle bewoners daar te zien staan, respectvol en stil. Ik denk aan allen die hier dezelfde weg hebben afgelegd. Natuurlijk meneer G., maar ook mevrouw C., meneer W., mevrouw S., mevrouw A., meneer K. en de anderen.  Zo’n kleine woongemeenschap; al zo vaak afscheid genomen.

We zetten mam en mevrouw J. bij ons in de auto. Zij gaan met ons mee naar het lieve kerkje vlakbij de IJssel. Mevrouw J. babbelt er vrolijk op los. Ze wijst ons het mooie huis aan de Allee waar ze altijd heeft gewoond. Omdat we vroeg zijn maken we nog een ommetje wat onrust bij mam veroorzaakt. Ze wil niet te laat komen. Als we tenslotte bij het kerkje aankomen, vraagt ze verbaasd wat we hier komen doen. Met haar rollator begeleiden we haar naar binnen. Ook dat geeft frictie want ze wil de rollator bij zich houden en dat kan niet. Eindelijk zitten we. Mevrouw J. wordt op haar rug getikt en ze draait zich om. “Hoe gaat het met je?” vraagt een mevrouw. “Ken je me nog?”. Mevrouw J. knikt en krijgt een rood hoofd. Ze zegt niets. Ik kijk naar haar en zie tranen in haar ogen. Ik knijp in haar hand, ze kijkt me verdrietig aan en schudt voorzichtig haar hoofd.

De mis is ontroerend en warm met prachtige zang en wierook. Mam is in trance. Daarna gaan we naar de begraafplaats naast het kerkje waar mevrouw E. door haar hechte familie in het graf naast haar man wordt bijgezet. Onder een strakblauwe lucht klinkt ‘Het Onze Vader’. Dan breekt mam. Ze kan niet langer staan, wankelt en begint te trillen. Voorzichtig begeleiden we haar naar de auto en gaan direct  terug naar huis. Het was te veel. In de villa krijgen we soep waar we ons aan opwarmen. En toch, ik blijf koud en voel een leegte; het zal er nooit meer hetzelfde zijn.

Over Marjan Spelbrink

Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.