Column: Blijf je eten?
16 mei 2024
Door Marjan Spelbrink
Ze is verrast als ze de deur opent en me ziet staan. Ze schuifelt naar haar stoel en ik ga bij haar zitten. Ze is moe. “Het lukt allemaal niet meer” zegt ze. “Het wordt elke dag moeilijker maar ik ben ook geen twintig meer. Blijf je ook eten?” Ik vertel haar dat M. en ik haar vanavond mee uit eten nemen. Ze straalt. “Wat een heerlijke dag vandaag”. Dan geeft ze me een pakje voor mijn verjaardag. Ze heeft het een van de medewerkers laten kopen. Wat lief, maar ook bijzonder dat ze mijn verjaardag niet is vergeten.
Even later gaan we naar beneden om in de zon op het terras te gaan zitten. Ze vraagt de kok of hij ons koffie en thee wil brengen. “Zo’n aardige man” zegt ze. “Hij is slager”. Ik moet lachen en zeg dat hij de kok is. Ze kijkt me verbaasd aan. “Hoe weet jij dat nou?” zegt ze en schudt haar hoofd. Mevrouw I. komt bij ons zitten. Ze krijgt een cappuccino. Ze is van slag. “Ze hebben me net verteld dat W. dood is (W. is haar man en is in januari overleden). “Waarom weet ik dat niet?” vraagt ze verdrietig. “We zouden vandaag gaan golfen”. Mam weet even niet goed hoe met deze situatie om te gaan. Inmiddels is mevrouw A., die lekker in haar rolstoel onder een dekentje lag te slapen, wakker geworden. We schuiven de rolstoel bij onze tafel. Ik vraag of ze ook een kopje thee wil en met pretlichtjes in haar ogen zegt ze “dat is mij een groot genoegen”. Ik haal de thee. Binnen zit meneer B. aardappels te schillen. Hij steekt zijn hand naar me op. “Kom je straks ook bij ons buiten zitten?” vraag ik. “Daar heb ik het te druk voor” mompelt hij en concentreert zich weer op de aardappel in zijn hand.
Ik geef mevrouw A. voorzichtig een paar slokjes van haar thee. “Blijf je ook eten?” vraagt mam. Ik vertel haar dat we vanavond uit eten gaan. “Wat een verrassing” roept ze uit. “Ik heb ook nog iets voor je” en ze begint in het vakje van haar rollator te rommelen. “Bedoel je dit?” zeg ik en houd het pakje omhoog. Ze lacht verlegen. “Ik ga me omkleden” zegt mevrouw I. “Het is zaterdag en dan doen we altijd mooie kleren aan.” “Het is dinsdag”, zeg ik voorzichtig. Ze kijkt me verschrikt aan en zegt “Wat is er vandaag toch met me aan de hand? Gelukkig is het mooi najaarsweer.” “Het is voorjaar” zeg ik aarzelend. “Het is mei”. “Het is dinsdag 7 mei” zegt mam zelfverzekerd. Mevrouw I. staat op. “Ik ga me omkleden want op zaterdag krijgen we gasten of gaan we uit eten” zegt ze en ze gaat naar binnen.
De middag kabbelt genoeglijk voort. “Mijn horloge zit te strak” zegt mam. “Ik ben 400 gram aangekomen”. Ik leg uit dat dat niet de oorzaak kan zijn. “Maar ik kom elke week 400 gram aan” zegt ze, “dus ik denk wel dat het daar door komt”. Ik doop een lange vinger in de koude thee van mevrouw A. en geef haar die. Genietend eet ze het op. “Blijf je ook eten?” vraagt mam. En weer leg ik uit dat we straks met haar uit eten gaan. Het is toch wat. Ondertussen overvalt me een warm gevoel. Wat fantastisch dat ze zo veilig en warm hier mag wonen en dat er nog zoveel geniet momentjes zijn. Wat een zorgen zouden we gehad hebben als ze nu nog in haar eigen huis had gewoond.
Als de schaduw over het terras komt, verhuizen we naar de bank aan de voorkant van De Villa.
Mam gaat met mevrouw J. en mevrouw I. op de bank zitten. Ze krijgen een glaasje witte wijn. De rollator dient als tafeltje. Daarop staan bakjes met pinda’s, chips en zoute koekjes. De dames genieten. Ik zie voorbijgangers glimlachen als ze het tafereel aanschouwen. “Proost” roept iemand. De dames heffen hun glas.
Mevrouw I. vertelt dat ze straks de auto gaat halen om naar de kinderen te gaan. Mevrouw J. knipoogt naar me en schudt haar hoofd. “En morgen gaan we golfen. Wat is het toch een prachtige nazomer”. Mevrouw J. kijkt mij aan en schudt weer haar hoofd. Het is zo aandoenlijk allemaal.
Als we wat later met mam in het restaurant komen, zit een van de bewoners van De Villa, meneer H., daar ook te eten met zijn familie. “Dag Emma” zegt hij. Mam knikt hem toe. “Een collega” zegt ze tegen ons. “Van kantoor”. En dan loopt ze naar de voor ons gereserveerde tafel.
Over Marjan Spelbrink
Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.