Column: De Villa

21 januari 2025

Door Marjan Spelbrink.

Zachtjes klop ik op de deur. Het blijft stil. Ik klop wat harder en probeer de deur te openen maar die zit, zoals altijd, op slot. Ik klop nog wat harder en net als ik naar beneden wil gaan, gaat de deur op een kiertje open. Daar staat ze; de oogjes nog dicht van de slaap, haar haren staan alle kanten op, duster en pantoffels aan. Verdwaasd kijkt ze me aan en dan begint ze te huilen. Ik kan haar nog net in mijn armen opvangen, anders was ze gevallen. Ze trilt. “Hoe kan ik jou nu vergeten” stamelt ze. Ik zeg dat het helemaal niet erg is en ondersteun haar voorzichtig naar haar stoel. “Hoe laat is het?” vraagt ze en ze schrikt als ik zeg dat het elf uur is.  Ze is overstuur. Ik probeer haar te kalmeren en streel haar oude handen. Ze vertelt dat ze thee op bed heeft gehad en daarna een ontbijtje maar dat ze zo moe is dat ze steeds weer in slaap valt. Als ze wat rustiger is, stel ik voor iemand te halen die haar wast en aankleedt. Dat is goed. Ik geef haar een knuffel.

In de lift vraag ik me af waarom ik haar zelf niet help. Maar ik kan het niet. Waarom kan ik dat dan niet? Het is mijn eigen moedertje. Maar ik voel een blokkade en baal van mezelf. Gelukkig gaat er gelijk een verzorgster naar boven om mam te helpen.

Aan de ronde tafel in de huiskamer doet een aantal bewoners een spelletje. Ik pak een kop thee en ga er bij zitten. Meneer H., altijd zo spraakzaam, is stilletjes. Hij friemelt wat met zijn zakdoek. Als ik vraag hoe het met hem gaat geeft hij geen antwoord. Dan maakt hij aanstalten om met zijn rolstoel te vertrekken en zegt “dank je wel voor het gezellige gesprek”.

Ik maak kennis met een nieuwe bewoner, meneer P. Hij vertelt dat hij vorig jaar met fietsen hard op zijn hoofd is gevallen en dat thuis wonen nu niet meer gaat. Maar het bevalt hem goed in De Villa. Hij woont er nu 6 dagen. Enthousiast weidt hij uit over zijn grote hobby, racefietsen; dat hij ooit met 90 km per uur van de Mont Ventoux af fietste. Ik luister. Leuk, weer nieuwe verhalen.

Mevrouw E. wordt liefdevol in dekens gewikkeld. Ze krijgt een tijgerprint hoedje op en vervolgens nog een warme cape om. Een verzorgster gaat met haar buiten een ommetje maken. Ze heeft een grote glimlach op haar gezichtje en ziet er schattig uit.

Dan komt mam binnen schuifelen. Ze is niet van plan bij ons te komen zitten. “Ik ken al die mensen niet. Ik ben nu op een leeftijd dat ik geen behoefte meer heb om met nieuwe mensen kennis te maken en ik hoef me ook niet meer aan te passen.” Ok. Duidelijk. Ze is er weer. Ik ga samen met haar naar de serre en haal een kop koffie voor haar. Als ik zeg dat ik zo leuk zat te praten met de nieuwe bewoner en dat ik het jammer vind dat ze er niet bij wilde komen zitten zegt ze: “Ja kind, ik ben geen twintig meer, dat hoeft niet meer voor mij. Hoe oud ben ik eigenlijk?” Ze kijkt me vol verbazing aan als ik zeg dat 89 is en schudt haar hoofd.

Vlak voor de lunch komt meneer J2 binnen. Hij lacht als hij me ziet. Hij is vanmorgen naar een cursus filosofie geweest en heeft genoten. De lunch is zoals altijd weer heerlijk en gezellig. Iedereen geniet van de huzarensalade met toast. Er zit ook een nieuwe bewoonster aan tafel. Een beetje verlegen nog, maar ze lacht lief naar iedereen. “Is er nog nieuws vanuit het bestuur?” vraagt mevrouw J. aan me. Ik zeg dat er geen nieuws is en vraag of er nog punten zijn die ik een volgende keer mee kan nemen. Meneer J. meldt dat de patat bij de kibbeling niet lekker was maar dat ze dat zelf hebben aangegeven en dat ze er nu gebakken aardappeltjes bij krijgen. “Je ziet”, zegt hij stralend, “we kunnen zelf ook dingen oplossen”.

Na de lunch gaat meneer B. met zijn rollator naar buiten. “Ik ga naar huis, naar moeder de vrouw. Zij is de hele ochtend al alleen. En ik heb het  hier wel gezien. Iedereen zeurt over dit en over dat. Mij maakt het allemaal niets uit”. Hij is zo aandoenlijk met zijn trouwe ogen. Ik kijk hem na terwijl hij de lange laan in loopt en vraag me af wat er allemaal nu in z’n koppie omgaat.

Over Marjan Spelbrink

Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.