Column: De Villa XXXXVI – Veel liefde en af en toe ook verdriet
29 november 2024
Door Marjan Spelbrink.
Mevrouw J. opent de deur. “Ik ben vandaag de portier” zegt ze lachend. “Maar ik moet nu even naar de bloemist. Ik zie je straks bij de lunch.” Kwiek loopt ze de herfstige laan in.
In de kamer is het gezellig druk. De bewoners drinken koffie met elkaar en genieten van verse speculaas. Mam is verrast als ze me ziet. Ze was alweer vergeten dat ik zou komen. Ik schuif aan met een glas thee. Het voelt goed hier weer te zijn. Ik kijk naar mam en zie dat ze pijn heeft aan haar schouder. Als ik er naar vraag wuift ze het weg. “Ik ben ook geen twintig meer” zegt ze. Ze kijkt onwennig om zich heen; ze krijgt niet allemaal meer mee wat wordt gezegd.
Beschaamd denk ik terug aan het incident van twee weken geleden. Ze had onaardige dingen gezegd over een jongeman die bij haar op bezoek was geweest. Toen ze me vroeg of ik wist wie dat was geweest antwoordde ik: “Dat was mijn zoon, mam. Jouw kleinzoon.” Ze had alleen gereageerd met “O”. Wat was ik verdrietig en boos op haar geweest. Toen mijn emoties gezakt waren realiseerde ik me, dit is dus dementie. Iemand niet herkennen en ongeremd dingen zeggen. Ik zie nu duidelijk dat ze probeert de indruk te wekken dat er niets met haar aan de hand is terwijl ze zich waarschijnlijk realiseert dat dat wel zo is. Arme mam.
We gaan samen naar haar kamer. Sfeervol ingericht met haar eigen spulletjes, foto’s van haar grote liefde, haar moeder, een aandoenlijke kinderfoto van haar met haar broertjes en op het nachtkastje een foto van ons drieën, haar kinderen. Voorzichtig gaat ze in haar stoel zitten en vouwt een kussentje dubbel in haar nek. “Wat woon ik hier fijn hè lieverd? Ik voel me hier geborgen.” Wat fijn dat te horen. “Hoe oud ben ik eigenlijk?” vraagt ze. Als ik zeg dat ze 89 is kijkt ze me verbaasd aan. “Dat geloof ik niet” zegt ze. “Ik weet wel dat ik geen twintig meer ben”. Ze vraagt belangstellend naar de kinderen en naar ons en ik vertel uitgebreid hoe het gaat.
De lunch is weer geweldig. Broodjes met warme beenham en een mosterddressing, suikerbrood en een fruitsalade toe. Mevrouw L. schuift wat met haar suikerbrood heen en weer maar dan komt een verzorgster liefdevol achter haar staan, snijdt het plakje suikerbrood in stukjes en kan mevrouw L. met een vork verder eten. “Heb je mooie bloemen gekocht?” vraag ik aan mevrouw J.
Ze kijkt me niet begrijpend aan. “Je ging toch naar de bloemist?” zeg ik. Dan schiet het haar weer te binnen. “Ik heb bloembollen gekocht” antwoordt ze.
Na het stapelen verlaat iedereen de tafel. Ik blijf nog even zitten met meneer B. en mevrouw J2. Meneer B. zit op zijn praatstoel. “Ik snap niet dat sommige mensen vaak moeilijk doen. Ik vind eigenlijk alles wel goed. En als mijn offerte ze niet bevalt gaan ze maar naar de ander” zegt hij met pretlichtjes in de ogen. Mevrouw J2 vindt ook dat sommige bewoners wel lastig kunnen zijn. “Ik observeer het allemaal” zegt ze “en dan verbaas ik me vaak. Maar ik zeg er niets van.” Ze vertelt dat ze altijd alleen heeft gewoond en dat ze het heel intensief vindt om nu met meerdere mensen samen in een huis te wonen. “Daar word ik soms moe van” zegt ze.
Als we even later theedrinken komt de locatiemanager vertellen dat meneer K. net is overleden. Ik ben er verdrietig van. De vijfde bewoner al dit jaar. De bescheiden meneer K. Ik vond hem al zo mager. Ik denk aan zijn vrouw, die een paar weken geleden nog vertelde over de bootreis met alle bewoners; hoe fijn dat wat geweest. Ze vroeg zich af of dat nog een keer georganiseerd kan worden. En nu is meneer K. niet meer. Even schiet door me heen ‘wie is de volgende?’
Maar alles gaat door… Mam vraagt hoe oud ze nu is, meneer J. dopt snijbonen in de keuken, meneer H. is aan het rummikuppen met zijn zoon, mevrouw L. zoekt haar tasje, mevrouw M. kijkt naar André Rieu en mevrouw E. is in haar rolstoel in slaap gevallen. De Villa, zoveel liefde, warmte en veiligheid en, helaas, ook af en toe verdriet.
Over Marjan Spelbrink
Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.