Column: Een nieuwe bewoner in de zorgvilla

29 juni 2023

Marjan Spelbrink is schrijfster, onlangs is haar boek ‘Zeg me waarom? Nabestaanden over de impact van zelfdoding’ verschenen, en de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.

Schrijfster Marjan Spelbrink

We komen elkaar tegen in de hal. Wat is ze blij me weer te zien. “Zullen we eerst even naar mijn kamer gaan?” vraagt ze en ze drukt al op het liftknopje. Als de liftdeur opengaat komt meneer Z. er net uit. Boven op haar kamer vertelt ze me dat ze dringend een nieuwe witte broek nodig heeft. Verbaasd kijk ik haar aan. Dit had ze mijn zus vorige week ook al gevraagd. Die heeft meteen 2 witte broeken voor haar gekocht, maar toen ze die naar mam bracht zei die resoluut dat ze geen broeken nodig had en dat ze ze maar terug moest brengen naar de winkel. Dat had mijn zusje gedaan. Als ik haar dat vertel kijkt ze me ontsteld aan. “Heb ik dat gezegd? Wat is er toch met me aan de hand? Ben ik gek aan het worden?” Dan begint ze hartverscheurend te huilen. “Wat maak ik het jullie moeilijk. Ik begrijp mezelf niet meer. Hier mag ik wel mijn excuses voor aanbieden,” zegt ze snikkend. Het snijdt me door de ziel. Dit is dus wat dementie met je doet. Ik sla de armen om haar heen. “Rustig maar mam, het is niet erg. Daarom woon je nu ook hier. Ik bestel een nieuwe witte broek en laat hem hier bezorgen. Dan kun je hem rustig passen en als het niet goed is, sturen we hem terug en bestellen we een andere. Zullen we naar beneden gaan om een glas water te drinken? Het is zo warm.” Dankbaar kijkt ze me aan. We lopen naar de lift. Meneer Z. komt er net uit.

We gaan op het terras onder een parasol zitten. Meneer G. komt er bij. Hij draagt een strooien hoed. Mevrouw A. vraagt of ze bij ons mag aanschuiven. Ik help haar met opstaan en begeleid haar voorzichtig naar onze tafel. Mevrouw C. komt er ook bij. “Wat staat die hoed jou mooi,” zegt ze tegen meneer G. “Die draag ik speciaal voor jou,” antwoordt hij lachend. Ik haal voor allemaal een groot glas koud water. En dan komen de verhalen. Over de boottocht zaterdag door de grachten. Dat was zo leuk geweest. En over de nieuwe bewoner, meneer H. die accordeon speelt en vanmorgen een optreden heeft gegeven; er werd gedanst en gezongen. Het was erg gezellig geweest. “Ik heb dat helaas niet gezien,” zegt mam. “Ik werd pas om 11 uur wakker. Ik ben na het kopje thee van 8 uur weer in slaap gevallen”. Ze kijkt een beetje beteuterd. “Ik heb het ook niet gezien,” zegt mevrouw C. “Er waren 2 heel beschaafde meisjes en die hebben mij meegenomen. Weet je waar ik ben geweest? In Zwolle. Dat was lang geleden. Het was zo mooi allemaal maar wel erg druk. Ik heb er erg van genoten”. Ze kijkt stralend om zich heen en heeft nog blosjes op haar wangen. “Het is een aardige man,” zegt meneer G. over de nieuwe bewoner, “maar hij eet wel heel erg langzaam. Dat vind ik irritant”.

De bewoners van Zorgvilla Zwolle tijdens de boottocht

Een verzorger vertelt dat ze zaterdag de 4 mijl heeft gelopen om geld op te halen voor de duofiets. Wat prachtig dat de medewerkers van de zorgvilla zich zo inzetten voor de aanschaf van de fiets. Als ik even later in de gang de tussenstand op het scorebord bekijk, zie ik dat er nog flink wat geld binnen moet komen. Meneer Z. komt weer uit de lift. Het is waarschijnlijk weer zijn liftdag. Op en neer.

Mevrouw E. komt beneden en ik ga even bij haar zitten. “Hoe gaat het met je?” vraag ik. “Goed,” antwoordt ze. “Soms wil ik hier weg. Maar waar moet ik heen? Ik weet niet eens of ik nog wel een huis heb en mijn dochter ziet me aankomen. We hebben een nieuwe bewoner. Had je dat al gehoord?” Ik knik. “Hij eet zo langzaam. We moeten allemaal op hem wachten. Ze moeten de lange tafel maar gaan splitsen. Eén voor de snelle en één voor de langzame eters”.

Dan zie ik meneer H. We maken kennis en gaan buiten op het terras zitten. Hij begint enthousiast te vertellen over zijn lange verblijf in het buitenland. Mam vindt het interessant. Ineens pakt meneer H. zijn telefoon, belt een nummer en begint op luide toon een FaceTime gesprek met één van zijn kinderen over wachtwoorden en telebankieren. Wij kunnen elkaar niet meer verstaan en verhuizen naar een tafel verderop. “Ik ga hier straks wat van zeggen,” zegt mam geïrriteerd. “Dit is ongemanierd. Hier in Nederland trek je je even terug als je gaat telefoneren”. Ik probeer haar wat te temperen. Dan is het FaceTime gesprek klaar en komt meneer H. naar ons tafeltje. “Sorry, ik wist niet dat het zo lang zou duren,” zegt hij en schuifelt weer weg achter zijn rollator. Mam kijkt verbaasd. “Keurig,” zegt ze. “Dat had hij niet hoeven doen”.