Column: Een tv-ploeg in de zorgvilla
4 mei 2023
Marjan Spelbrink is schrijfster, onlangs is haar boek ‘Zeg me waarom? Nabestaanden over de impact van zelfdoding’ verschenen, en de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.
“Het belooft een enerverende dag te worden. In mei is ouderenzorg één van de onderwerpen van het EO programma “Dit is de kwestie”. Vandaag wordt er gefilmd in Zorgvilla Zwolle.
Als ik bij de zorgvilla aankom kijk ik onthutst naar de grote voordeur. Wat is hier gebeurd? Ik hoor dat de prachtige oranje strik, die zo sierlijk op de deur was gedrapeerd, in de Koningsnacht door onverlaten in brand is gestoken. Er is gelukkig alleen materiele schade. De bewoners hebben niets gemerkt. Mijn maag draait om als ik er aan denk dat het ook heel anders had kunnen aflopen. Bizar dat iemand tot zo iets in staat is.
Binnen zit mam met een paar bewoners koffie te drinken. Ze praten over Koningsdag en de oranje tompoezen, die zo moeilijk netjes te eten waren. Ik vraag aan een van de nieuwe bewoners of ze inmiddels een beetje gewend is in de zorgvilla. “Ik woon hier niet hoor,” zegt ze opgewekt. Ik vertel mam dat de tv-ploeg vandaag komt. Ze kijkt me verschrikt aan. “Vandaag?” vraagt ze nerveus. We hebben het haar de afgelopen week al een paar keer verteld, maar ze vergeet het direct weer. “Kind, dat kan vandaag echt niet. Er staat een kapstok op mijn kamer en dat is geen gezicht. Er moet eerst een kast komen voor mijn jassen”. Ik stel haar gerust en zeg dat de kapstok wel even ergens anders kan staan. Samen gaan we naar boven. Haar kamer ziet er keurig uit. Ze heeft zelfs haar dekbedhoes gestreken en het zilver gepoetst. “Wat heb je hard gewerkt,” zeg ik. Ze kijkt tevreden rond. “Ja, ik kom niet elke dag op de tv. Maar die kapstok moet weg. Dat staat armoedig”. Rustig leg ik uit wat er die middag gaat gebeuren en dat ik de hele tijd bij haar zal zijn. Ze ontspant. Dan is het al weer tijd voor de lunch.
We zitten aan de lange tafel in de serre. Het is gezellig en de groentesoep is heerlijk. Dan valt er een beker karnemelk om en wordt het heel stil aan tafel. Iedereen kijkt wat er gebeurt. Een verzorger maakt alles weer schoon. Meneer G. moet zich omkleden. We wachten tot hij terug is en zijn broodje heeft gegeten. Pas dan wordt de maaltijd beëindigd. Mam gaat naar boven om zich op te knappen. Ze kamt haar haar en brengt zorgvuldig lippenstift aan. “Wil je ook nog een beetje oogschaduw?” vraag ik. Ze schudt haar hoofd. “Ik ben geen twintig meer,” zegt ze stellig.
Rond half 3 komt de tv-ploeg; een regisseur, een cameraman en een geluidstechnicus. Samen met de locatiemanager en de communicatieadviseur, nemen we de middag door. Mam en ik krijgen een microfoontje. Mam raakt even in paniek, de kapstok staat nog in haar kamer. Het gaat beginnen. De mannen hebben zich geïnstalleerd op haar kamer. De regisseur en de cameraman op de bank. De geluidsman staat met een lange stok met microfoon aan de andere kant. Afgesproken is dat mam en ik praten over het wonen in de zorgvilla. Af en toe krijg ik een aanwijzing van de regisseur. Mam is verbazingwekkend rustig en helder. We hebben gewoon een leuk gesprek. Ik moet inwendig lachen als ze vertelt dat ze vroeger op kostschool heeft geleerd om je overal aan te passen en tevreden te zijn met wat je hebt. Nou, denk ik, dan heb ik zeker iets gemist. Maar als ik haar hier zie zitten met haar 87 jaar ben ik trots op haar. Ze gruwelt even als de cameraman op haar net gestreken dekbed gaat zitten. “Kijk maar naar mij,” zeg ik geruststellend. Wonderbaarlijk geeft ze geen commentaar.
Als we een uur later samen in de lift staan, zegt ze gapend: “Zijn we klaar? Ik heb het gehad met die mannen. Ik ben ook geen twintig meer”. Ik sla een arm om haar heen. “Bijna,” zeg ik. Beneden wordt nog gefilmd; in de woonkamer en in de keuken, waar de kok de kabeljauw klaar maakt. Een aantal bewoners neemt plaats in de serre voor het dagelijks borreluurtje. Met haar huisgenoten om zich heen komt mam weer tot zich zelf. Er worden glaasjes wijn uitgedeeld en borrelplankjes op de tafel gezet. “Zo krijgen we het ook niet elke dag,” hoor ik een bewoner zeggen. De locatiemanager praat ontspannen met de regisseur; ze heeft niet door dat de camera draait. Iedereen luistert aandachtig. De middag is bijna ten einde. De camera gaat uit. De mannen gaan met een drankje nog even bij de bewoners aan tafel zitten en praten gezellig mee. “Het was prachtig,” zegt mam. “Kom ik echt op de tv? Wat ben ik nu moe; ik ben ook geen twintig meer.” Ik ben benieuwd; de uitzending is 17 mei.