Column: Lunchtijd in de zorgvilla

6 april 2023

Marjan Spelbrink is schrijfster, onlangs is haar boek ‘Zeg me waarom? Nabestaanden over de impact van zelfdoding’ verschenen, en de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.

Schrijfster Marjan Spelbrink

Ze zit al op me te wachten. Wat een verrassing. Ze is het niet vergeten dit keer. Enthousiast doet ze haar armen in de lucht om me te begroeten en ik sla mijn armen om haar heen. Ze is weer wat kleiner geworden, maar ziet er verder heel goed uit. Het is rustig in de woonkeuken. “Iedereen is naar gymnastiek” zegt ze. “Fijn hoor dat ik nu niet hoef. Ik doe voor mezelf al elke dag oefeningen en ik loop dagelijks een rondje buiten. Het is belangrijk om in beweging te blijven, want ik ben tenslotte geen twintig meer”. We krijgen koffie en thee en praten bij.

Dan gaan de deuren van de huiskamer open en komen de bewoners naar buiten. Het is te zien dat ze zich ingespannen hebben. Er zijn ook nieuwe gezichten bij. Iedereen wordt liefdevol naar de lange tafel in de serre geleid. Het liefst was ik er bij gaan zitten, maar mam wil me voor haar zelf en dat begrijp ik. Eén van de verzorgers loopt met een dienblad vol kleurige kopjes en schoteltjes. “Die heb ik in de kringloopwinkel gekocht” zegt ze. “Ze doen een beetje aan vroeger denken en hebben iets huiselijks”. Het ziet er gezellig uit.

Van locatiemanager Marije hoor ik dat de open dag een groot succes is geweest en dat er de laatste weken vijf nieuwe bewoners bij zijn gekomen. Mam pruttelt wat. “We hadden het zo goed met z’n twaalven. We waren echt een team en nu, met de nieuwe bewoners, is het anders. En sommigen vind ik niet leuk”. Geduldig leg ik uit dat het voor iedereen wennen is. Ook voor de nieuwe mensen die zich hier nu thuis moeten gaan voelen. En even memoreer ik naar ruim een jaar geleden toen zij hier kwam wonen en het ook lastig vond. Tja, de dynamiek is even verstoord en moet zich resetten. Volgens Marije duurt dat een week of zes.

Mevrouw E. komt de kamer in lopen en is verrast als ze me ziet. “Ga je even mee naar buiten?” vraagt ze en ik loop met haar mee de tuin in. De tuin ziet er goed onderhouden uit; op alle tafels staan grote potten met viooltjes. “Was je niet bij de gym?” vraag ik. “Nee, vergeten. Ze hebben me trouwens ook niet opgehaald. Het is anders geworden met de nieuwe bewoners. Zij zijn dement. Wij niet, maar als je hier maar lang genoeg zit dan word je het vanzelf”; ze geeft me een knipoog.

Binnen zijn enkele bewoners de kopjes en schoteltjes weer aan het opstapelen. Mevrouw M. zit bij mam. Ze heeft een agenda voor zich liggen en die staat behoorlijk vol. “Het is moeilijk afspraken te maken met instanties” zegt ze. “De taxi heeft me vanmorgen niet opgehaald”. Een verzorgster komt bij haar staan, legt de arm op haar schouder en legt uit dat het niet goed in de agenda stond; dat de taxi donderdag komt. Samen schrijven ze ‘taxi’  bij de donderdag.

Tijd voor de lunch. Mevrouw C. wordt zittend en grijnzend op haar rollator met een vaartje de serre in gereden. Iedereen lacht. De lange tafel zit bijna vol. 4 bewoners, die wat extra hulp nodig hebben, eten apart aan een ronde tafel. Koppen soep met geroosterd knoflookbrood worden uitgedeeld. Pas als iedereen heeft, wordt begonnen met eten. “Alweer preisoep” zegt mevrouw E. “Gisteren ook al”. Maar mevrouw J. schudt haar hoofd. Ik zie dat er geen botermesjes bij de boterkuipjes liggen, maar dat dat voor niemand meer een probleem schijnt te zijn. Zwijgzaam wordt gegeten. Dat was anders. Het zal wel met de dynamiek te maken hebben. De nieuwe situatie kost weer even tijd.

Na het eten worden de zwemspullen van enkele bewoners verzameld. Meneer Z. is een beetje van slag. Hij kan zijn zwembroek niet vinden. “Ik heb liefde nodig” zegt hij. De teamleider steekt haar handen uit naar hem en zegt dat ze genoeg liefde heeft. Stralend pakt hij haar handen en gaat naast haar zitten. Ze praat met hem en stelt hem gerust. Opgelucht gaat hij naar zijn kamer. Ondertussen scharrelt een lief hondje van een van de bezoekers rond. Bij iedereen legt hij zijn kopje even op de benen en komt hij een aai halen.

Nog een paar dagen, dan is het Pasen. Deze week komt de schoonheidsspecialiste nog langs zodat alle dames er dan op hun paasbest uitzien.