Column: Verbazing en ontroering
6 mei 2025
Door Marjan Spelbrink
Er staat een ambulance voor de deur. Niet weer, denk ik ongerust en ik bel aan. Binnen hoor ik dat meneer P. zo naar het ziekenhuis wordt gebracht. Wat toch triest. Mam is nog boven en ik ga naar haar toe. Ze is blij. “Ik heb speciaal wat lekkers bij de koffie gekocht” zegt ze stralend. “Maar waar heb ik het nu gelaten?” Ze begint te zoeken. In kasten, laatjes, tussen ondergoed, tussen boeken die op het bijzettafeltje liggen, in de badkamer. Maar ze kan het niet vinden en wordt wat geïrriteerd. “Misschien ligt het beneden in de koelkast, mam,” opper ik voorzichtig. Samen gaan we naar beneden. Er wordt gekeken in de voorraadkast en in de koelkast maar het lekkers wordt niet gevonden. “Ik heb het net met die lieve Bob gekocht” zegt ze verdrietig.
Ik schenk koffie en thee in en we gaan in de tuin onder de grote parasol zitten. En dan komt Bob er aan met de koeken. Hij had gehoord dat het zoek was en is op haar kamer gaan kijken. Hij vond het in het antieke kastje. Opgelucht haalt ze adem en mompelt “Ik ben toch niet gek?”
Ik vraag of ze een fijne Koningsdag heeft gehad en ze vertelt over de lekkere oranje gebakjes en alle gezelligheden die dag. En ik vraag of ze nog wat gezien heeft van de begrafenis van de Paus? Elke zondag kijkt ze naar de mis op de tv. Ze schudt haar hoofd. “Ik wist niet dat dat er voor was. Dat hadden ze me wel even kunnen zeggen. Maar ik ben wel verdrietig. Jonnie Boer is overleden. Pap en ik hebben hem goed gekend. We kwamen in het begin veel bij hem eten. Maar toen er lange rijen voor de deur stonden, zijn we ermee gestopt.” Verbaasd kijk ik haar aan. Dit is compleet nieuw voor mij, ik weet niet of het waar is; ik laat het maar zo.
Mevrouw I., mevrouw J. en mevrouw L. schuiven bij ons aan. We genieten van de warmte en alle vogelgeluidjes in de tuin. Als een verzorgster mevrouw I. liefdevol over haar hoofd aait, staat ze boos op en loopt weg. Ik zie een nieuwe mevrouw binnen rondscharrelen en vraag wie dat is. Ik hoor dat ze een Italiaanse is en dat je niet met haar kan praten. Ze verstaat geen Nederlands, praat alleen Italiaans en ze reageert nergens op.
Inmiddels zijn de tafels gedekt voor de lunch en gaan we naar binnen. Mam wordt boos als ze ziet dat meneer B. op ‘haar’ plaats zit. Ik probeer het wat te sussen maar mam blijft venijnige opmerkingen maken. Meneer B. trekt zich er niets van aan. “Kan mij allemaal niets schelen” zegt hij met pretlichtjes in de ogen. “Als het haar niet bevalt, gaat ze maar weg.” Ik zeg tegen mam dat niemand hier een vaste plaats heeft en dat ze moet ophouden maar dan krijg ik ook een boze blik. Mevrouw J. knipoogt naar me en ook van meneer J. krijg ik een bemoedigende lach.
De Italiaanse mevrouw kijkt me indringend aan en ik glimlach naar haar. Dan staat ze heel voorzichtig op en loopt langzaam naar me toe. Aan tafel wordt het doodstil. Als ze bij mijn stoel staat, sta ik op. Ze zegt wat in het Italiaans. Ik steek mijn hand uit en stel me voor. Zij pakt mijn hand, maakt een bijna onzichtbaar kniksje, buigt haar hoofd en loopt weer terug naar haar stoel. Ik heb een brok in mijn keel. Wat ontroerend lief. Wat gaat er door haar heen? Hier, zo ver weg, zo alleen en met niemand kunnen praten. Ik baal van mezelf, dat ik niet degene was die naar haar toe is gegaan. De andere bewoners zijn onder de indruk. “Dat was bijzonder”, zegt meneer H.
De lunch verloopt verder gemoedelijk, op een enkele sneer van mam na die nog boos is dat ze niet op haar eigen plaats kan zitten. De boeren omelet is heerlijk. Mevrouw J. schenkt iedereen karnemelk in, behalve de Italiaanse, want Italianen lusten geen karnemelk. Maar als iemand anders de Italiaanse mevrouw een glas inschenkt, is ze de eerste die het op heeft.
Na afloop zit ik nog even met mam buiten, waar ze me vertelt dat het zo fijn is in De Villa. Dat je je wel altijd moet aanpassen maar dat zij dat goed kan, omdat ze dat vroeger op kostschool heeft geleerd. Daar heeft ze nu nog steeds profijt van. Ook dat laat ik maar zo.
Over Marjan Spelbrink
Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.