Het doel van de locatie is
het leveren van 24-uurs zorgdiensten aan bewoners, waarbij de zorgvraag vanuit
de bewoner en diens relaties centraal
staan en de zorg in dialoog tussen de hulpverlener en de bewoner tot stand komt
in een woonomgeving op maat.
2. Doel / kern van de functie
Het
doel van de functie is het leveren van zorg
op maat in een voor bewoners goed therapeutisch woonklimaat, door het afstemmen
van de psychosociale en somatische zorg op de individuele behoeften van de
bewoner.
3. Situatieschets
De
functie maakt onderdeel uit van Rosorum. De verzorgende kan werkzaam zijn in de
Residenties en de Zorgvilla’s van Rosorum. Binnen de Residenties van Rosorum
wonen bewoners zelfstandig. Zij ontvangen de zorg en dienstverlening in hun
eigen appartement. Binnen de zorgvilla’s van Rosorum wonen bewoners die niet
meer zelfstandig kunnen wonnen. De zorg en dienstverlening in de Zorgvilla’s
heeft een kleinschalig karakter en is gericht op belevinggericht zorg. Het
“samen leven” staat centraal.
De
verzorgende geeft als contactverzorgende uitvoering aan de zorg voor een aantal
toegewezen bewoners.
4. Leiding ontvangen / leiding geven
Ontvangt
hiërarchisch, functioneel en operationeel leiding van de locatiemanager.
Ontvangt coaching van de zorgcoördinator.
Geeft
in de dag-, weekend-, avond of nachtsituatie operationeel leiding aan collega’s
m.b.t. oplossen van problemen in de werkzaamheden en de te verlenen zorg
(oudste van dienst).
5. Contacten
Intern:
·
Heeft dagelijks contact met de locatiemanager
en collega’s m.b.t. de bewonerszorg.
·
Heeft functioneel contact met de zorgcoördinator
in de weekend-, avond of nachtsituatie (al dan niet aanwezig op de locatie).
·
Heeft samen met de locatiemanager overleg met andere disciplines met als doel
de zorg op elkaar af te stemmen.
·
Neemt deel aan het bewonersoverleg of Multi
Disciplinair overleg met het team o.l.v. de locatiemanager met als doel
afstemming van de verzorging en behandeling.
·
Neemt deel aan het teamoverleg met de locatiemanager
met als doel informatie uitwisseling en operationele afstemming.
Extern:
·
Heeft dagelijks zorgcontacten met bewoners en
contacten met diens relaties.
·
Onderhoudt contacten met indicatiestellers
van het CIZ of de WMO waar het gaat om bewonersgerelateerde indicaties.
·
Onderhoudt contacten met externe disciplines
zoals huisartsen en fysiotherapeuten.
1.
Het verlenen van zorg aan de bewoners van de
locatie.
2.
Het coördineren van zorg in een zorgleefplan aan toegewezen bewoners.
3.
Het draaien van verantwoordelijke diensten,
het coördineren van zorg en het ondersteunen en coachen van de collega’s bij
afwezigheid van de zorgcoördinator en de locatiemanager.
4.
Overige taken.
1. Het verlenen van zorg aan de cliënten
van de locatie.
1.1
Het ondersteunen, begeleiden en / of
overnemen van ADL-activiteiten van de bewoners.
1.2
Het observeren en rapporteren volgens de
gehanteerde methodiek en systematiek.
1.3
Het signaleren van zorgvraag en zorgbehoefte
op lichamelijk, geestelijk en sociaal vlak en deze zorg bieden.
1.4
Mede zorgdragen voor een goed therapeutisch
woonklimaat.
1.5
Het verrichten van verpleegtechnische handelingen volgens aanwijzingen van de
verpleeghuisarts en binnen de kaders van de wet BIG en het gevoerde BIG-beleid.
1.6
Voert het opnamegesprek met de bewoner en
dienst relaties.
1.7
Levert een bijdrage aan het opstellen en
bijhouden van het zorgleefplan onder supervisie van de zorgcoördinator en locatiemanager.
1.8
Spreekt collegae eventueel aan op het niet
nakomen van in het zorgleefplan gemaakte afspraken.
2. Overige taken
2.1
Begeleidt leerlingen en stagiaires en werkt
teamleden in.
2.2
Kan gedelegeerde taken uitvoeren zoals het
beheren van de bewonerskas, maken van de dienstlijst en / of het verrichten van
bestellingen.
2.3
Kan bedrijfshulpverlener zijn in het kader
van de Bedrijfshulpverlening (BHV).
1. Kennis
1.1
Heeft MBO werk- en denkniveau.
1.2
Is in bezit van een diploma MBO-verzorgende
kwalificatieniveau 3 (VIG).
1.3
Heeft algemene kennis van de organisatie en
van andere disciplines waarmee een functionele relatie bestaat.
1.4
Heeft bij voorkeur kennis en ervaring
opgedaan in de ouderenzorg en is bekend met psychogeriatrische zorgproblemen
bij ouderen.
1.5
Heeft kennis van de benodigde tiltechnieken
en is in staat deze uit te voeren.
1.6
Heeft een verantwoordelijkheid in het
bijhouden van vakkennis, waarbij de werkgever faciliteiten biedt zoals
vakliteratuur, klinische lessen, themabesprekingen en bijscholing.
1.7
Heeft, indien de BHV-functie van toepassing,
de opleiding tot Bedrijfshulpverlener gevolgd.
2. Zelfstandigheid
2.1
Werkt zelfstandig binnen de kaders van vaste
procedures en het zorgleefplan en is in staat prioriteiten te stellen.
2.2
Komt zorgproblemen tegen die meerduidig van
aard zijn. Deze problemen worden i.o.m. de zorgcoördinator en locatiemanager
opgelost.
2.3
Kan bij acute situaties of complexe
zorgproblemen direct terugvallen op de zorgcoördinator en locatiemanager en
evt. in de weekend-, avond- of nachtsituatie op de verpleegkundige (al dan niet
aanwezig op de locatie).
2.4
Het werk wordt getoetst aan de hand van het zorgleefplan,
collegae en informatie van bewoners en diens relaties.
2.5
Moet vooruit kunnen zien i.v.m. het plannen
van zorgactiviteiten.
3. Sociale vaardigheden
3.1
Tijdens werkcontacten worden eisen gesteld
aan luisterend vermogen, hulpvaardigheid, flexibiliteit, het kunnen converseren
en het kunnen geven en ontvangen van feedback en levert hiermee een bijdrage
aan de ontwikkeling van het team.
3.2
Tijdens zorgcontacten met de bewoner en diens
relaties worden eisen gesteld aan attitude, tact, luisterend vermogen,
hulpvaardigheid, flexibiliteit, begrip en geduld.
3.3
Is in staat zijn de bewoner te motiveren en
te stimuleren tijdens de zelfzorg.
4. Risico’s, verantwoordelijkheden en
invloed
4.1
Risico bestaat op het veroorzaken van
lichamelijk en / of geestelijk letsel aan de bewoners tijdens de uitvoering van
zorgtaken.
4.2 Er
kan sprake van afbreukrisico in de goede naam van de organisatie tijdens de
contacten met de bewoners en diens relaties.
4.3 Is
mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk binnen vastgestelde kaders
van het zorgleefplan en het realiseren van de primaire doelstelling van de
locatie (uitstekende zorg en service).
4.4 Is
verantwoordelijk voor het juiste gebruik van middelen en materialen.
5. Uitdrukkingsvaardigheid
5.1
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid is vereist
tijdens werk- en zorgcontacten.
5.2
Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid is
vereist voor het schrijven van de rapportage.
5.3
Non-verbale communicatieve vaardigheid is
belangrijk tijdens zorgcontacten.
6. Bewegingsvaardigheid
6.1
Bewegingsvaardigheid is vereist bij het
uitvoeren van verzorgende en verpleegtechnische handelingen.
6.2
Bewegingsvaardigheid is vereist bij de
bediening van tilapparatuur.
7. Oplettendheid
7.1
Oplettendheid is vereist bij het signaleren
van veranderingen in de sociale, lichamelijke en geestelijke toestand van de
bewoner.
7.2
Oplettendheid is vereist tijdens het
uitvoeren van verzorgende en verpleegtechnische handelingen.
7.3
Aandachtverstorende factoren zijn aanwezig
zoals piepers en bellen van bewoners. Tevens kunnen onrustige bewoners de
aandacht afleiden.
8. Overige functie-eisen
8.1
Volharding, geduld en doorzettingsvermogen is
vereist voor het verzorgen van bewoners.
8.2
Systematiek,
ordelijkheid en hygiëne is vereist tijdens het uitvoeren van verzorgende
/ verpleegtechnische handelingen.
8.3
Integriteit en betrouwbaarheid is vereist i.v.m. het werken met zorgleefplannen
met privacygevoelige informatie.
8.4
Eisen worden gesteld aan voorkomen en gedrag
tijdens zorgcontacten met de bewoner en diens relaties.
8.5
Gevoel voor menselijk lichaam, materiaal en /
of apparatuur zijn van belang bij het observeren en verzorgen van de bewoner.
9. Inconveniënten
9.1
Er is sprake van fysieke belasting door lopen
en regelmatig tillen en bukken tijdens de verzorging. Hierbij kan deels
teruggevallen worden op hulpmiddelen.
9.2
Er is sprake van psychische belasting door
piekbelasting, confrontatie met onverwachtse situaties en confrontatie met
psychisch en lichamelijk leed bij bewoners en diens relaties.
9.3
Er is sprake van bezwarende werkomstandigheden
door het in aanraking komen met uitscheidingsproducten.
9.4
Risico bestaat op persoonlijk letsel bij het
omgaan met mogelijk agressieve bewoners en diens relaties, frequent tillen en
kans op besmetting bij prikaccidenten.