Column: Een vrolijk deuntje
20 april 2023
Marjan Spelbrink is schrijfster, onlangs is haar boek ‘Zeg me waarom? Nabestaanden over de impact van zelfdoding’ verschenen, en de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.
Als de deur van Zorgvilla Zwolle wordt geopend staat een nieuwe bewoner, meneer B., al in de hal om mijn jas aan te nemen. Hij hangt mijn jas dwars op de kapstok en begint de rits dicht te doen. Als ik zeg dat dat niet nodig is, laat hij de jas zo hangen en schuifelt voor me uit de lange gang in. Mam is nog op haar kamer voor het middagdutje. Ze is verrast als ze me ziet, want ze was alweer vergeten dat ik zou komen. “Ja kind, ik ben geen twintig meer” zegt ze verontschuldigend. We zijn gezellig aan het praten, onder andere over het yoga uurtje wat ze maar niets vond, als er aan de deur wordt geklopt. Anja vertelt dat er beneden muziek is en vraagt of we het leuk vinden daar bij te zijn. Dat willen we natuurlijk graag.
In de woonkamer zit een gedeelte van de bewoners al in de heerlijke fauteuils. Sommigen prachtig opgemaakt met lippenstift en rouge. Anderen casual met warme pantoffels aan. Rollators staan her en der. Een oudere heer met een trekharmonica stelt zich voor en begint te spelen. Vrolijke liedjes en walsjes van vroeger. De klok van Arnemuiden, Brandend zand, Twee reebruine ogen. Er wordt meegezongen, geneuried en geklapt. Mevrouw C. zingt soms uit volle borst mee. Meneer B. is onrustig en loopt maar heen en weer. Ria pakt hem bij de hand en maakt een dansje met hem. Er wordt aan de deur geklopt. Een man komt binnen, slaat zijn armen om meneer B. heen en zegt: “lieve vriend, wij gaan naar de Zevende hemel , samen een biertje drinken”. Lachend verlaten de heren de woonkamer. “Opgeruimd staat netjes,” zegt mam. Ik voel een lichte gêne. De muzikant gaat verder.
Mevrouw E. wil nu ook dansen en probeert op te staan. Voorzichtig helpt Ria haar weer terug in de stoel. “Ik kan heel goed dansen” zegt mevrouw E. “Dat heb ik van mijn vader geleerd”. Maar ook zittend blijft ze genieten. “Hoe laat is het?” vraagt de muzikant en kijkt naar de mooie antieke klok op de muur. “Oh, dan doen we nog een paar nummertjes”. Ik zie enkelen indutten. Het is net iets te lang.
Als het afgelopen is gaan we aan de ronde tafel in de woonkeuken zitten. Anja geeft me twee chocolaatjes bij de thee. Mevrouw E. kijkt er verlekkerd naar. “Wil je één?” vraag ik. Ze knikt lachend maar haar man, meneer G., vindt dat geen goed idee. “Doe niet zo gek” zeg ik tegen hem “je hebt zelf een groot glas chocolademelk”. Hij moet lachen en ik geef mevrouw E. het chocolaatje.
Ria vertelt dat er hard gespaard wordt voor de duofiets. Met koningsdag komt er een kraampje buiten waar spulletjes verkocht gaan worden. Er zijn ook al andere activiteiten georganiseerd en Ria en Susan zijn aan het trainen voor de 4 mijl in juni. Inmiddels is er € 650 binnen, maar een duofiets kost rond de € 7000 dus er moet nog flink aan de weg worden getimmerd.
Mevrouw C. is helemaal van slag. Ze loopt huilend rond en zegt dat ze naar huis wil. Susan slaat liefdevol de arm om haar heen en zegt dat ze thuis is. Maar mevrouw C. is ontroostbaar.
Mevrouw E. komt beneden. “Je was niet bij de muziek” zeg ik. “Allemaal leuke liedjes op een accordeon”. Ik zie een huivering door haar heen gaan. “Ik houd van een ander genre” zegt ze. “Ik speel harp en viool, maar ik houd weer niet van André Rieu en dat hoor je hier de hele dag”.
Steeds meer bewoners schuiven aan. Ondanks dat het nog maar half 5 is, vindt Susan het tijd voor een glaasje. Ze schenkt wijn in en zet nootjes op tafel. “Ik zet ook gezellig een muziekje op” zegt ze. “Geen André Rieu” zegt mam. Meneer K. komt binnen. “Ook een glaasje?” vraagt Susan. “Ik heb mijn portemonnee niet bij me” zegt hij. “Ik trakteer vandaag” zegt Susan. Meneer K. vertelt dat hij op de bank voor zorgvilla zat en dat er een meneer bij hem kwam zitten. Een werkeloze, die graag aan het werk wil, maar dat het geld dan van zijn uitkering wordt afgetrokken. Meneer K. had binnen een kopje koffie voor hem gehaald. Iedereen luistert aandachtig. Het is gezellig aan de ronde tafel. Ook de nieuwe bewoners lijken hun draai inmiddels gevonden te hebben. Ik hoor dat er een bewonersberaad is geweest. De wensen zijn: een garnalencocktail als voorgerecht en samen op reis. Ik had er nog uren bij kunnen zitten. Wat jammer dat ik weer moet vertrekken. “Ga je hier over schrijven voor de krant?” vraagt mam. “Dat weet ik nog niet” zeg ik lachend en sla de armen om haar heen.