Column: ‘Jarig in de zorgvilla’

5 oktober 2023

Marjan Spelbrink is schrijfster, onlangs is haar boek ‘Zeg me waarom? Nabestaanden over de impact van zelfdoding’ verschenen, en de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.

Schrijfster Marjan Spelbrink

Het is feest. 88 jaar wordt mam vandaag. Onderweg naar Zorgvilla Zwolle kreeg ik al vrolijke filmpjes van de teamleider toegestuurd via de app. Vanmorgen was ze zingend door alle medewerkers gewekt. Daar stond ze in haar pyjama; een beetje verlegen onder alle aandacht. En tijdens het koffie-uurtje werd ze door alle bewoners uitbundig toegezongen. Iedereen zat aan de lange tafel in de serre met een stuk slagroomtaart voor zich. Alles was versierd met slingers en ballonnen.

Als ik aankom, hoor ik dat ze op haar kamer zit. Aan het bijkomen van de aubades. Ik neem de lift en meneer W. stapt ook in; hij heeft een biljartkeu in zijn hand. “Heb je gebiljart?” vraag ik. “Neeeee,” zegt hij lachend. “Ga je zo biljarten?” “Neeeeee,” antwoordt hij terwijl hij me stralend aankijkt.

Mam zit te dutten in haar stoel en schrikt als ik haar op haar schouder tik. Maar dan komt er een glimlach op haar gezicht en feliciteer ik haar. “Lunch  je ook mee?” vraagt ze. Ik knik. “Fijn,” zegt ze. We gaan naar beneden voor koffie en thee. “Wat heb je een mooie bril op,” zegt mam tegen meneer G. Hij kijkt haar verbaasd aan en zegt dat hij die bril al 10 jaar heeft. “Oh,” zegt mam, “hij me nog niet eerder opgevallen. Schöne Leute haben schöne Sachen und was sie nicht haben, lassen sie sich machen. Dat zei mijn moeder vroeger altijd.“ Voorzichtig neemt ze een slokje van haar koffie. Ik zie dat ze moeite heeft om haar kopje vast te houden. “Gaat het mam?” vraag ik. “Ach kind, mijn handen werken me de laatste tijd een beetje tegen maar ik ben ook geen twintig meer. Blijf je ook lunchen?”

Al gauw zitten we met een groepje aan de ronde tafel en komt het gesprek op het concert waar ze gisteren met elkaar naar toe zijn geweest. “Het duurde wel even voordat we konden vertrekken,” zegt mevrouw E. “Al die rollators die eerst in de taxi moesten. En mijn buurman, meneer H., viel steeds in slaap. Dan dommelde hij weer tegen mijn schouder en moest ik hem wakker maken en wegduwen. Dat leidde mij wel een beetje af”. Iedereen grinnikt. Ze hebben allemaal van het concert genoten. Mam pakt het programmaboekje uit het netje van haar rollator om het me te laten zien. Iedere 4 weken is er een nieuw concert. “Jullie zitten in ieder geval niet de hele dag achter de geraniums,” zeg ik. “Wij zitten niet achter de geraniums, wij zijn de geraniums” zegt meneer K.

Tijd voor de lunch, verspreid over 3 tafels. De mosterdsoep is heerlijk, de soeplepels wat aan de kleine kant. “Er bestaat een cursus Hoe dek ik goed de tafel,” zegt mevrouw E. terwijl ze kritisch naar haar soeplepel kijkt. De anderen eten onverstoorbaar verder. Als de soep op is, komen de broodmandjes en de schaaltjes met kaas en vleeswaren. Meneer de V. pakt direct de 2 donkerbruine boterhammen, legt 1 op zijn bord, 1 op tafel, en de 2 plakken ham. “Ben ik alvast klaar,” zegt hij en begint lekker te eten. De rest kijkt een beetje verbouwereerd naar deze actie; het donkerbruine brood is nu op. Maar al gauw komt een verzorger het mandje bij vullen en kan iedereen weer pakken waar die zin in heeft. Meneer G. begint, met pretlichtjes in zijn ogen, te vertellen over zijn dispuut en de jenever uit Hoorn. “Als we met het dispuut naar Ameland gingen, lieten we de Schermer jenever daar speciaal bezorgen”. “Hoeveel flessen lieten jullie dan bezorgen?” vraagt iemand. “Dat ben ik vergeten, maar het waren er heel veel,” antwoordt meneer G. grijnzend.

Na de lunch ga ik even mevrouw E. naar buiten. De duofiets staat onder een dekzeil. “Heb jij er al op gezeten?” vraag ik. “Natuurlijk niet. Ik ben niet gek. Als ik wil fietsen, pak ik mijn eigen fiets wel,” antwoordt ze. “Heb je je fiets dan hier?” vraag ik voorzichtig. “Ja zeker, maar ik ben vergeten waar hij staat en ook wanneer ik er voor het laatst op heb gefietst” zegt ze zelfverzekerd.

Als we weer binnenkomen klinkt luid de muziek van Fats Domino door de huiskamer. Het lievelingsnummer van meneer W. Ik maak een dansje met hem. Hij vindt het geweldig. Daarna gaat hij samen met een verzorger zijn was opvouwen aan de grote tafel; heel zorgvuldig. Mam is moe. Tijd om naar huis te gaan. Ze mocht kiezen wat ze vanavond wilde eten, dus haar feestje is nog niet voorbij. Het diner bestaat uit zalm met sperzieboontjes. Jarig zijn in de zorgvilla… wat een voorrecht.

Bezoek de zorgvilla
Wilt u meer informatie of een rondleiding? Klik hier om een vrijblijvende rondleiding in te plannen.