Column: Meezingen met prachtig koffieconcert
2 november 2023
Marjan Spelbrink is schrijfster, onlangs is haar boek ‘Zeg me waarom? Nabestaanden over de impact van zelfdoding’ verschenen, en de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.
Na een goede nacht op het logeerbed in de zorgvilla ben ik om kwart over acht beneden voor het ontbijt. Er zijn 2 tafels gedekt. Ik schuif aan bij de tafel waar al 4 bewoners zitten. Meneer W. is geconcentreerd aan het eten. Hij gebruikt het botermesje als vork en zijn vork als mes. Meneer Z. houdt het allemaal in de gaten en probeert hem wat te helpen. Als ik even niet oplet heeft meneer W. het plakje kaas van mijn bord gepakt. Ik laat het maar zo. Bij het eitje weet hij het niet meer, maar meneer Z. geeft hem zijn koffielepeltje en helpt hem het zoutvaatje te openen. Het is aandoenlijk om te zien.
De kranten worden bezorgd. Mevrouw J. krijgt er 2, de NRC en de regionale krant, en gaat in de serre zitten met de kranten en een kopje koffie. “Lees je elke dag beide kranten?” vraag ik. “Alleen de koppen” zegt ze en ze bladert rustig door. Mam is inmiddels ook beneden. Gedoucht en keurig aangekleed. Het is mooi om te zien dat iedereen in eigen tempo de dag kan beginnen.
Om kwart voor tien staat de taxi klaar. Het duurt even voordat we kunnen vertrekken. Rollators moeten achterin en het instappen is een hele operatie. Maar gelukkig is er een opstapkrukje, helpt iedereen elkaar met ondersteunen en handen aanreiken en heeft de taxichauffeur een engelengeduld. Mam heeft een plekje voorin veroverd. Dat heeft ze handig gefikst. Ik zit met 5 bewoners op 2 tegenover elkaar staande banken achterin. Op naar het koffieconcert, een muzikale tijdreis ‘Van Bach tot Brel’.
We hebben er zin in. Het is een kort en gezellig ritje. Bij de kerk treffen we de 2 begeleiders die elk met een bewoner in een rolstoel zijn komen lopen en meneer K. met zijn rollator. We zitten allemaal op een rij. Het concert is prachtig. Ik zie mevrouw J., mevrouw E. en mam genieten met de ogen dicht. Meneer H. sukkelt in slaap. Aan het eind wordt iedereen gevraagd te gaan staan, wat niet meevalt, en zingen we uit volle borst ‘Aan de Amsterdamse grachten’ mee. Vrolijk en voldaan schuifelen we langzaam met elkaar weer naar buiten, waar de taxi weer op ons staat te wachten.
Als we terug zijn in de zorgvilla zijn de tafels al gedekt. De lunch bestaat uit een huzarensalade met geroosterd brood. Het is stil aan tafel, iedereen is moe na zo’n intensieve ochtend. Na het eten vertrekken de bewoners één voor één naar hun kamer voor een middagdutje.
Tijd voor de cliëntenraad, want ook die hebben we in Zorgvilla Zwolle. De dochter van meneer G. en mevrouw V. en ik zitten sinds een jaar in de raad en er staat vandaag een overleg gepland met de teamleider. Uitgebreid wordt stil gestaan bij het overlijden van meneer G. De medewerkers van de zorgvilla hebben er alles aan gedaan om deze onverwachte en verdrietige gebeurtenis zo goed mogelijk te begeleiden. Er was niet alleen de zorg en nazorg voor meneer G. Ook zijn vrouw, de familie en andere bewoners zijn liefdevol opgevangen en ondersteund. Vol lof wordt gesproken over de beide huisartsen die aan de zorgvilla zijn verbonden. Zij waren continue bereik- en beschikbaar en zijn een grote steun geweest. Meneer G. lag in zijn eigen kamer opgebaard, omringd door zijn eigen spullen, en als bewoners er behoefte aan hadden konden ze even bij hem zitten. Voor de familie was het mogelijk gemaakt om vanuit de zorgvilla de uitvaart regelen. Niets was te veel, alles was goed. En toen Meneer G. naar buiten werd gedragen stonden alle bewoners, in het donker gekleed, in 2 rijen opgesteld. Ze vormden een erehaag van de voordeur tot de straat. Allemaal ingetogen en intens verdrietig. Daarna mochten ze bij de uitvaart aanwezig zijn. Wat indrukwekkend. Het raakt me als ik het hoor. Wat een voorrecht om in Zorgvilla Zwolle te mogen wonen. Tot het allerlaatst. En zelfs nog daarna.
Na het overleg ga ik even bij mevrouw E. zitten. “Wat heb je een mooi stukje geschreven over meneer G.” zegt ze. “Zo was hij echt”. Ik sla een arm om haar heen en zeg: “Als jij er niet meer bent doe ik dat ook over jou,” zeg ik. Ze begint te stralen. “Oh, echt?” roept ze uit. “Dat vind ik leuk,” en ze legt haar hoofd even tegen mijn schouder.