Column: Het reilen en zeilen in zorgvilla Zwolle
14 maart 2024
Het duurt lang voordat de deur op een klein kiertje open gaat en twee vermoeide ogen me aankijken. Eerst verbazing, dan tranen en dan een lach. Ze had niet op bezoek gerekend terwijl ik de dag ervoor nog had gebeld dat ik zou komen. Ik neem haar in mijn armen. Ze is kwetsbaar en ik zie dat ze moeilijk loopt. “Gaat het mam?” vraag ik bezorgd. “Het gaat wel” antwoordt ze. “Ik heb niet zo goed geslapen en mijn lijf laat me een beetje in de steek. Maar ik ben ook geen twintig meer. Zullen we beneden koffie gaan drinken?”
We gaan naar de serre. Ze gaat in een van de gemakkelijke fauteuils zitten en niet, zoals gebruikelijk, aan een tafel. Ik haal koffie en thee en geef haar een plak ontbijtkoek met boter. “Heb je pijn?” vraag ik. Ze knikt. “Ik heb last van mijn rug en dat trekt naar mijn been én naar mijn schouder. Het zal wel weer over gaan.” Voorzichtig pakt ze haar kopje koffie; haar handen trillen. Ze gaat achteruit en dat raakt me.
“Hoe was de vakantie?” vraagt ze. Ik laat haar foto’s zien op mijn telefoon en ze kijkt aandachtig naar elke foto. Dan vertelt ze over het bezoek van haar 89 jarige broer en hoe fijn het was geweest om samen over vroeger te praten. Maar hij had wat dingen verteld over hun oma en de keuzes die ze had moeten maken toen de oorlog in 1914 begon. Mam had dit nooit geweten en piekerde daar nu al 2 nachten over. “Oma was toch een beetje familie” zegt ze met een brok in haar keel. “Ze heeft overal afstand van moeten doen en dat vind ik zo erg. Maar ik kan er nu niets meer aan veranderen.”
De zon schijnt uitbundig, de serredeuren staan open en op het terras wordt hard gewerkt. De eerste voorbereidingen voor de open dag op 6 april. Een vrijwilliger is bezig om de groene aanslag van de tuinmeubelen te verwijderen en uiteraard helpt meneer B. mee. Met een borstel is hij flink aan het schrobben op een tafel. “Je bent goed bezig” zeg ik tegen hem. “Ach” zegt hij met een grijns, “ik kan niet stilzitten maar ik hoop wel dat ze me hiervoor betalen. Het is allemaal al duur genoeg.” Ook andere verzorgers en bewoners komen kijken naar de tafels en stoelen die er weer als nieuw uit komen te zien. “Oh” zegt mam, “hoe kan het nu regenen als de zon schijnt?” Ik moet lachen. “Het is de tuinslang mam. Die spuit de tafel schoon”. Ze schudt haar hoofd; krijgt het allemaal even niet mee.
Als ik even later weer naast haar ga zitten, is ze helemaal opgewonden. Ze heeft net gehoord dat 2 verzorgers een dagje met haar naar het Hoge Noorden gaan. Daar heeft zij haar kinderjaren doorgebracht en zoveel dierbare herinneringen liggen. Haar beide ouders liggen er begraven en nu kan ze toch nog een keer de graven bezoeken. “En dan komen we bij jou lunchen lieverd. Is dat goed?” Ik ben ontroerd. Ook dit is mogelijk als je in Zorgvilla Zwolle woont. “Natuurlijk” zeg ik. “Wat een fantastisch idee”.
Ik stel mij voor aan een nieuwe bewoner, meneer Z. Hij vertelt dat hij over de hele wereld heeft gereisd en uiteindelijk weer is teruggekeerd naar waar hij ooit is opgegroeid. Voor zichzelf zorgen werd steeds moeilijker en sinds zaterdag woont hij in de zorgvilla. “Het is fijn hier” zegt hij dankbaar.
Mevrouw E. is van slag. Zij gaat binnenkort verhuizen om dichter bij haar dochter te wonen. “Neem je de piano ook mee?” vraagt meneer J. De mooie piano staat in de serre. Mevrouw E. knikt. “Vroeger hadden wij ook een piano” zegt meneer J. “Ik heb lang les gehad maar toen ging de piano stuk en heb ik hem helemaal uit elkaar gehaald. Koper was veel geld waard”. “En wat deed je met het hout?” vraagt mevrouw J. “Daar hebben we een douche van getimmerd boven het trapgat” zegt meneer J. Iedereen moet heel hard lachen. “En nu ga ik mijn boek uitlezen. Ik weet niet meer waarover het gaat, maar het moet uit”. “En ik ga naar huis” zegt meneer B. “Maar eerst ga ik mijn vrouw ophalen, die heb ik al veel te lang niet gezien.” Langzaam schuifelt hij naar de lift.
Het reilen en zeilen in zorgvilla Zwolle… het raakt me elke keer weer als ik het hoor en zie.
Dit is typisch Rosorum ouderenzorg waar wordt gekeken naar specifieke wensen en behoeften van bewoners. Je merkt dat de verzorgenden de tijd en ruimte krijgen om zich te verdiepen in de levensloop en gewoontes van de bewoners. Dat maakt Rosorum zo’n fijne plek!
Over Marjan Spelbrink
Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Zorgvilla Zwolle. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Zorgvilla Zwolle en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.