Direct naar content

Column: De Villa – zo verdrietig

Door Marjan Spelbrink

Ineengedoken zit ze in haar stoel. Kussentje op schoot en een pittenzak rond haar nek en schouders. Ze kijkt amper op als we haar kamer binnenkomen. De verzorgster die met me mee gelopen is, duikt snel de badkamer in om het schoteltje, waar koffie op gemorst is, schoon te maken. “Zo kan ik het niet aan je moeder geven” zegt ze. “Dan maak ik geen goede beurt”. Ik loop naar mam toe. Als ze ziet dat ik het ben, schieten de tranen in haar ogen. Ze wil opstaan, maar dat lukt niet. Voorzichtig geef ik haar een kus. Ik zie dat elke beweging die ze maakt pijn doet.

Een paar nachten geleden is ze gevallen in de badkamer. Maar ze wilde niet klagen en zeuren. Zoals altijd keihard voor zichzelf. Totdat het echt niet meer ging en de paracetamolletjes, die ze had gevraagd, niet werkten. Toen ze haar een dag later hielpen bij het douchen gingen alle alarmbellen af. Ze was bont en blauw en huilde van de pijn. Met een ambulance werd ze naar het ziekenhuis gebracht. Er was wonderbaarlijk niets gebroken maar haar schouder, ribben, rug, stuitje en heup zijn gekneusd. Negenentachtig is ze. Ik vind het zo zielig.

Gelukkig zie ik dat de alarmknop nu om haar pols zit. Iets wat ze altijd heeft geweigerd. De verzorgster had tegen haar gezegd: “het is wel geen Cartier, maar het is nu wel nodig”. Daar had ze om geglimlacht. Toch moffelt ze de grijze band met de rode knop steeds weg onder haar pyjamajasje. Ze vindt het geen gezicht dat ding om haar pols.

Als ik vraag wat er is gebeurd, kan ze zich niet veel meer herinneren. “Het is wel lastig, maar ook dit zal weer overgaan”, zegt ze. Ondertussen zie ik de pijnscheuten door haar lijfje trekken. Nog steeds wil ze er niet veel aandacht aan besteden. Ze vraagt belangstellend naar onze vakantie en de kinderen. Ze probeert haar aandacht er bij te houden, maar af en toe vallen haar ogen dicht. Van de zware pijnstillers wordt ze slaperig. Ik stel voor dat ik beneden ga lunchen zodat zij even een rustig uurtje voor zichzelf heeft. Dankbaar kijkt ze me aan. Ze vindt dat een goed idee.

De bewoners willen weten wat er gebeurd is. Als ik tegenover mevrouw J. wil gaan zitten zegt ze “Kom maar naast mij zitten. Tegenover me zit altijd zo’n leuke man en dat wil ik graag zo houden”. Als meneer H. eraan komt, begrijp ik wat ze bedoelt. Ik vertel over de val, de kneuzingen en de pijn. Ze schrikken allemaal. “Wat voor pijnstilling krijgt je moeder?” vraagt meneer P. “Oxycodon” antwoord ik. “Dat is heftig” reageert hij. “Daar kun je aan verslaafd raken”. “Het is op onze leeftijd toch niet erg meer als we verslaafd raken”, zegt mevrouw J. Daar is niet iedereen het mee eens.

We krijgen een Franse tonijnsalade geserveerd. Het ziet er prachtig uit en het is heerlijk. Chapeau voor de kok! Daarna komen boterhammen, krentenbrood en kaas. Meneer P. eet zijn krentenbrood, staat op en loopt weg. Verbaasd kijk ik hem na. “Hij moet onder het eten altijd naar het toilet” zegt mevrouw J. Er wordt links en rechts gemompeld dat zoiets vroeger ‘not done’ was. Als meneer P. weer terug komt kijkt hij verbaasd naar zijn lege bord. “Had ik mijn brood al op? Of heeft iemand anders het gepakt?” Ik zeg dat hij het al op had en hij pakt een nieuwe plak.

Na de lunch vertelt meneer B. dat hij naar Rotterdam moet voor een klusje. Ik wens hem een goede reis. Mevrouw M. zit te genieten van haar namaak poes, die miauwt en zich uitrekt. Het is een aandoenlijk tafereel.  Mevrouw J. wil even bij mam op ziekenbezoek en neemt een tijdschrift voor haar mee. En dan komt de huisarts ook nog even bij haar kijken. “U heeft wat meegemaakt” zegt ze. “Ja”, antwoordt mam. “Ik heb heel veel meegemaakt. Ik heb prachtige reizen gemaakt met mijn man.” Omdat we zien hoeveel pijn ze heeft, wordt besloten de medicatie nog wat op te hogen.  Na een half uurtje zie ik hoe moe ze is. Ik ga naar beneden om de pittenzak te laten opwarmen en leg die even later om haar schouders. Dan slaapt ze alweer bijna. Omdat ik weet dat ze in De Villa alle liefdevolle zorg en aandacht krijgt die ze nodig heeft, ga ik enigszins gerust naar huis.  Hopend dat ons moedertje hiervan zal herstellen. Maar ja, negenentachtig…

Over Marjan Spelbrink

Marjan Spelbrink is de dochter van één van de bewoners van Residentie Terborch. In haar vrije tijd schrijft ze columns over wat ze meemaakt tijdens haar bezoeken aan Residentie Terborch en over het leven van haar moeder daar. Een uniek kijkje in hoe het leven in een zorgvilla is.

Het laatste nieuws

Rondleiding aanvragen

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Naam*
Voorkeur voor een dag
Wat is de reden voor de rondleiding?*

Uw gegevens worden verwerkt volgens onze privacyverklaring.

Belafspraak inplannen

"*" geeft vereiste velden aan

Voorkeur voor een dag
Geef hier aan welke dag uw voorkeur heeft om gebeld te worden. (meerdere keuzes mogelijk)
Voorkeur voor een dagdeel

Uw gegevens worden verwerkt volgens onze privacyverklaring.

Checklist downloaden

"*" geeft vereiste velden aan

Instemming

Uw gegevens worden verwerkt volgens onze privacyverklaring.

Stuur ons bericht

"*" geeft vereiste velden aan

Uw gegevens worden verwerkt volgens onze privacyverklaring.

Stuur ons bericht

"*" geeft vereiste velden aan

Uw gegevens worden verwerkt volgens onze privacyverklaring.